Op zondag 29 oktober 1944 was Operatie Colin een week aan de gang. De 51e (Highland) Divisie boekte successen, maar had ook te maken gekregen met tegenslagen. Het einddoel, de brug over de Bergsche Maas bij Keizersveer, kwam eindelijk in zicht. Na zware strijd waren Loon op Zand en Kaatsheuvel bevrijd. De blik van de Schotten was nu gericht op Sprang-Capelle, Waalwijk, Waspik en Raamsdonk. De Duitse tegenstander trok zich in de nacht op maandag 30 oktober terug op een bruggenhoofd in de westelijke Langstraat om de belangrijke brug zo lang mogelijk te kunnen beschermen.
aarom verliep de bevrijding van Sprang-Capelle en Waalwijk zonder veel problemen, al vielen er ook nu weer de nodige burgerslachtoffers als gevolg van inleidende, geallieerde beschietingen. Pas toen de voorste Schotse eenheden in Waspik op de buitenste ring van het Duitse bruggenhoofd stootten, barstte de strijd in alle hevigheid los. Ook de volgende dag, 31 oktober, werd er nog zwaar gevochten en het kwam zelfs tot een mini tankslag. Maar ook hier werd het Duitse verzet uiteindelijk gebroken en diezelfde avond kon Operatie Colin succesvol worden afgesloten. Helaas lagen de bevrijde plaatsen vanaf die dag tot het einde van de oorlog vlakbij de nieuwe frontlijn, gevormd door de Bergsche Maas, met alle tragische gevolgen van dien voor de burgerbevolking.