6 juni 1944 is de geschiedenis ingegaan onder de inmiddels legendarische naam D-Day, de geallieerde landingen op de stranden van Normandië. Het was het meest dramatische onderdeel van Operatie Overlord, dat het begin betekende van de bevrijding van het door Duitsland bezette West-Europa.
Een vloot van meer dan 6900 schepen was nodig om de aanvalstroepen van meer dan 156000 man aan land te brengen op vijf stranden, die de codenamen kregen (van west naar oost) Utah en Omaha (VS), Gold (Brits), Juno (Canadees) en Sword (Brits). Ongeveer 24000 luchtlandingstroepen werden ook ingezet om strategische punten onder controle te krijgen en om Duitse aanvallen op de flanken van de aanvalstroepen aan land te voorkomen.
Dankzij slechte weersomstandigheden en hevige weerstand van Duitse eenheden waren de operaties succesvol. Op de avond van 6 juni 1944 hadden de geallieerden op alle vijf de stranden voet aan de grond gekregen. De Duitse verdedigers wisten niet hoe ze moesten reageren. D-Day was vooral een Engels-Amerikaanse inspanning: Britse, Amerikaanse en Canadese troepen vormden de meerderheid, maar niet minder dan 17 geallieerde landen namen deel op de grond, op zee en in de lucht. De landingen van 6 juni 1944 gingen de geschiedenis in onder de nu legendarische naam D-Day.