Het Kruis van Lotharingen, dat is ontworpen door de architect Guy Lemerre, verwijst naar de terugkeer van generaal De Gaulle naar Frans grondgebied op 14 juni 1944 na vier jaar van ballingschap en gevechten. Het monument werd geplaatst bij de grens tussen Graye-sur-Mer en Courseulles-sur-Mer. Het is achttien meter hoog en weegt zes ton.

Het Kruis van Lotharingen is een dubbel kruis dat gebruikt werd in het symbolisme van de hertogen van Anjou, die in 1431 hertogen van Lotharingen werden. Sinds Jeanne d'Arc het op haar vaandel droeg, werd dit kruis een symbool van nationale onafhankelijkheid, evenals een teken voor vereniging in zowel overwinning als ondergang. De Vrije Franse Strijdkrachten namen het symbool over op 1 juli 1940 als een antwoord op de swastika van de nazi's. Later werd het algemeen overgenomen door Vrije Fransen en verscheen het op veel insignes en monumenten.

Dit monument werd gemaakt in opdracht van de patriottische vereniging Présence du Gaullisme en werd gebouwd door het Comité du Débarquement. Het werd op 16 juni 1990 ingehuldigd door admiraal Philippe de Gaulle, zoon van generaal Charles de Gaulle.

Op 14 juni 1944 kwam generaal De Gaulle aan tussen Courseulles-sur-Mer en Graye-sur-Mer, aan boord van de Vrije Franse torpedobootjager genaamd 'La Combattante', met achttien andere mensen. Na een lang en moeilijk proces mocht De Gaulle naar het geallieerde bruggenhoofd in Normandië.

Hij werd verwelkomd door de Schotse majoor Sanderson, gestuurd door generaal Montgomery, voordat hij naar zijn hoofdkwartier bij Château de Creullet in Creully werd gebracht. De rest van de delegatie ging, onder leiding van François Coulet en kolonel De Chevigné, op weg naar Bayeux.

Om 15:30 uur arriveerde generaal De Gaulle in Bayeux. Hij werd verwelkomd door het stadsbestuur en vestigde zich daar, in de onderprefectuur. Hier hingen de portretten van Marshal Pétain en François Coulet, de eerste commissaris van de Republiek voor de bevrijde gebieden, en van Pierre de Chevigné, militaire commandant van bevrijde gebieden, nog steeds aan de muur. Hij werd vergezeld door generaal Koenig, schout-bij-nacht d’Argenlieu, Gaston Palewski en generaal Béthouart. De Gaulle had een ontmoeting met subprefect Rochat om de situatie bij het bruggenhoofd te bespreken.

De Gaulle ging toen te voet door de straten van Bayeux voordat hij aankwam bij het kasteelplein om daar een toespraak te houden.

Nadat hij Bayeux had verlaten, bezocht hij het verwoeste Isigny-sur-Mer en Grandcamp-les-Bains voordat hij terugkeerde naar Courseulles en weer aan boord ging van 'La Combattante'. De Gaulle ging diezelfde avond nog op weg naar Engeland.