Na de overwinning van de geallieerden op de asmogendheden in Afrika, marcheerden de troepen van generaal Philippe Leclerc op 20 mei 1943 Tunis binnen, met de Britten aan hun zijde.

De 2^e Vrije Fransen-divisie bestond slechts een korte tijd en werd de 2e Pantserdivisie toen Leclerc er op 24 augustus 1943 de leiding over nam. Leclerc was de architect van de nieuwe divisie. De oprichting ervan was een kolossale en uitdagende taak: de divisie moest worden uitgebreid van minder dan 4.000 man naar 15.000 man. Naast de soldaten van de Vrije Fransen, integreerde Leclerc elementen van het Afrikaanse leger, ontsnapten uit Spanje en buitenlandse vrijwilligers in de divisie. Er waren ook een aantal vrouwen bij, van wie sommigen uit de Verenigde Staten kwamen, als ambulancebestuurders. 

Naar het model van de Amerikaanse divisies werd de 2^e Pantserdivisie volledig voorzien van Amerikaanse uitrusting. De periode van voorzieningen en training vond plaats in de streek van Temara in Marokko, vóór het vertrek naar Engeland op 7 april 1944. Het verblijf in Engeland was de laatste fase voor de landing in Normandië.  

Na de doorbraak van Avranches door generaal Patton nam de Slag om Normandië eindelijk een nieuwe wending. De geallieerde divisies maakten van deze doorbraak gebruik om een manoeuvre uit te voeren om de Duitse troepen te omzeilen, die al snel omsingeld waren. De divisie van Leclerc kreeg de verantwoordelijkheid om hen vanuit het zuiden te omsingelen, samen met de Amerikanen. 

Ter herdenking van de aankomst in Normandië van deze prestigieuze divisie die Parijs zou bevrijden, zijn er door de jaren heen op het strand van Saint-Martin-de-Varreville verschillende monumenten, steles en pantservoertuigen geplaatst.

Aan de voorzijde van het monument voor de landing van de Franse divisie staan drie van de pantservoertuigen uit 1944: een pantserwagen M8 Greyhound "Koufra", een M3 Half-Track "Témara" en een Sherman M4A2-tank "Normandie".