Op 12 september 1944 staken de eerste Amerikanen de Belgisch-Nederlandse grens over en bevrijdden ze de dorpjes Mesch, Mheer en Noorbeek in het uiterste zuiden van Limburg. Het hoofddoel van hun opmars was Aken, de eerste stad op Duits grondgebied. Bij gebrek aan Duitse tegenstand kwam Zuid-Limburg er naar verhouding genadig vanaf. Dat veranderde naarmate de Amerikanen dichter bij de verdedigingslinie langs de Duitse westgrens kwamen, de Westwall. Zo werd Aken pas na hevige gevechten op 21 oktober ingenomen.
Ook langs de Geul en in Valkenburg boden de Duitsers korte tijd tegenstand van betekenis. Kerkrade, dat tegen de Duitse grens ligt, werd eind september grotendeels ontruimd. De inwoners moesten dwars door het front naar bevrijd gebied lopen. Ondanks een tijdelijk staakt ’t vuren werden ze onderweg door Duitse artillerie beschoten waarbij 13 mensen om het leven kwamen en talrijke vluchtelingen gewond raakten. De contrasten waren bijzonder scherp, want elders viel het reuze mee. Zo trokken sommige inwoners uit een dorp in het heuvelland naar een naburig dorp om niets te missen van het bevrijdingsfeest. ’s Avonds laat keerden ze terug naar hun woonplaats dat nog in Duitse handen was.
Op veel plaatsen zijn de sporen van de Tweede Wereldoorlog nog altijd goed zichtbaar. De meest indrukwekkende plek is zonder twijfel de Amerikaanse begraafplaats in Margraten. Hier zie en voel je wat vrijheid betekent.
Verschillende dorpen en steden beschikken over wandel- en fietsroutes langs het eigen oorlogsverleden. Klik hier voor de routefolders van Valkenburg, Kerkrade, Eijsden-Margraten, Vaals, Gulpen en Wittem.