Op 1 juli 1945 arriveerde een voorhoede van het Amerikaanse leger in Berlijn. De commandant was kolonel Frank Howley. Hij had de opdracht om de Amerikaanse militaire sector van Berlijn administratief op te tuigen. Howley was de aangewezen man voor een dergelijke taak. Hij had in juni 1944, enkele dagen na D-Day, al een dergelijke missie uitgevoerd in de stad Cherbourg in Normandië.
Op 2 mei 1945 gaf het Duitse garnizoen van Berlijn zich over aan het Sovjetleger. Op 9 mei werd de algehele capitulatie getekend. De Amerikaanse en Engelse troepen waren op dat moment nog ver van Berlijn verwijderd. Berlijn zou twee maanden worden bestuurd en gecontroleerd door het Sovjet leger. De afgesproken verdeling van Berlijn in sectoren zou ingaan op 4 juli 1945. Howley arriveerde met 500 officieren en soldaten bij de poorten van Berlijn. De Sovjets wilden slechts 200 Amerikanen toelaten in de tot dan toe door hen gedomineerde stad. Deze aanvaring bleek de eerste van vele incidenten tussen de Russen en kolonel Howley, die ook was aangesteld als commandant van de Amerikaanse sector in West-Berlijn.
Tijdens de beroemde luchtbrug van 1949 werd Howley gepromoveerd tot brigadegeneraal. In de zomer van 1949 keerde hij terug naar de Verenigde Staten en schreef daar zijn memoires, Berlin Command. Daarin beschrijft hij op levendige wijze de gevoelige situatie tussen de Sovjetsector en de Westerse sectoren van Berlijn.