Berger werd in Montreal geboren uit Joodse ouders en meldde zich op 24 juli 1941 bij de Royal Canadian Air Force (RCAF). Hij werd beschreven als iemand die geschikt was om Wireless Operator/Air Gunner te worden, hij trainde voor deze rol en werd in 1943 uitgezonden naar het buitenland. Na zeven maanden gediend te hebben bij 269 Squadron RAF in IJsland, werd hij overgeplaatst naar Groot-Brittannië ter voorbereiding op D-Day.

In de nacht van 5 juni 1944 was Berger aan boord van Dakota III KG429, onderdeel van RAF Transport Command, belast met het uitzenden van negentien parachutisten van het 8e Parachutistenbataljon naar Normandië als onderdeel van Operatie Tonga. Het toestel steeg op van vliegveld Blakehill Farm, gevlogen door Warrant Officer Munro McCannell, met als tweede piloot Flight Sergeant Alexander Porter en navigator Flight Sergeant Albert Downing.

Tijdens de missie moest het leidende vliegtuig in hun formatie abrupt van koers veranderen om een botsing met een andere formatie te voorkomen. KG429 verloor het contact in de verwarring en week uit koers. Boven Colombelles bij Caen werd het getroffen door Duits luchtafweergeschut en stortte neer bij de Saint-Martin kerk. Op één overlevende parachutist na, kwamen alle inzittenden om. Berger was 22 jaar oud.

De verkoolde resten van de bemanning en de parachutisten werden aanvankelijk begraven in een gemeenschappelijk graf vlakbij de crashplaats. Later werden ze herbegraven op de oorlogsbegraafplaats van Ranville in collectieve graven.

Berger was afgestudeerd aan de Montréal High School en was actief in de Young Men's Hebrew Association. Ondanks de vroege RCAF-beperkingen op Joodse rekruten, dienden velen, zoals Berger, dapper. Joodse Canadezen leden onevenredig veel verliezen in de luchtmacht - bijna 60% van hun slachtoffers in oorlogstijd. Berger overleefde door twee broers die allebei in het Canadese leger dienden.