Toscani werd in 1911 in New York geboren uit ouders die oorspronkelijk uit de provincie Parma in Italië kwamen. Door de moeilijke economische omstandigheden van zijn familie ging hij vroeg van school om als bezorger te gaan werken. In 1935 trouwde hij met Georgiana Santini.

In 1941 meldde hij zich aan bij de Nationale Garde, bereikte de rang van majoor en werd in 1943 toegevoegd aan het 7e Leger voor de landingen op Sicilië. Op 10 juli nam hij de regering van de stad Licata over en generaal Lucian Truscott van het Amerikaanse leger plaatste zijn commando in het Palazzo La Lumia.

Truscott ging meteen aan de slag met het bestrijden van de honger, het uitdelen van voedsel aan de bevolking en het aanpakken van de moeilijke omgevingsomstandigheden, zoals verwoeste huizen en overal lijken. Toscani gaf vervolgens opdracht tot het inhuren van arbeiders om het puin te ruimen en de straten schoon te maken, waarbij de kosten ten laste kwamen van de regering. Er werden bevelen uitgevaardigd voor het opeisen van bepaalde panden voor ontheemde en dakloze gezinnen en voor het vooruitbetalen van subsidies voor de armen. Elektriciteit en water werden hersteld en het rioleringssysteem dat door de bombardementen was aangetast, werd gerepareerd. Om de orde te handhaven riep hij de carabinieri (de nationale gendarmerie van Italië) weer in dienst en herbewapende ze.

Na 25 juli ging Toscani verder met een gematigde zuivering, waarbij hij zich beperkte tot het verwijderen van de meest gecompromitteerde functionarissen. In juli ontving hij de Amerikanen Generaal George Patton en Max Corvo en verslaggever John Hersey van de tijdschriften Time en Life in Licata. Deze laatste wijdde verschillende artikelen aan hem, die later de inspiratie vormden voor de roman A Bell for Adano van de schrijver.

Op 13 augustus werd Toscani van zijn taken ontheven en naar Palermo gestuurd, maar voordat hij vertrok, hield hij zijn belofte aan de mensen van Licata om de klok van de burgertoren te restaureren.

Op 16 augustus 1943 droeg Toscani zijn taken over aan kapitein Whendell Phillips en vertrok naar Agrigento. Phillips bleef tot het einde van het jaar, waarna de Amerikanen Licata verlieten. Onder hen waren Maurice Chevalier (Franse entertainer) en Robert Capa (Hongaars-Amerikaanse fotojournalist).

Toscani overleefde de oorlog en raakte na zijn terugkeer in de Verenigde Staten betrokken bij het transportbedrijf van zijn schoonvader, Seven Santini Brothers, gevestigd in de Bronx. In 1962 keerde hij terug om Licata te bezoeken. Hij stierf in 2001 en ligt begraven op de Frederick Loescher Veterans Memorial Cemetery, VS.