Frankrijk
Deel
Britse troepen speelden een sleutelrol bij de bevrijding van Nord-Pas-de-Calais. Ze waren het middelpunt van de operatie en achtervolgden het terugtrekkende Duitse leger, waardoor ze gevechten konden vermijden en snel op konden stomen.
Nadat ze in de zomer van 1944 in Normandië waren geland, begonnen de Britse troepen de terugtrekkende Duitse eenheden tot in België te achtervolgen. Het doel van de Britten was om Lille en vervolgens Brussel te bevrijden, waardoor ze zich in het middelpunt van de operatie bevonden, gesteund door de Canadezen en Polen aan hun linkerflank, en de Amerikanen aan hun rechterflank. Ze volgden de route van Amiens naar Antwerpen. Zij bevrijdden het mijngebied en de twee belangrijkste steden van de regio Nord-Pas-de-Calais, Arras en Lille.
De Britten konden snel oprukken, omdat ze een terugtrekkend leger achtervolgden. Er werd maar weinig gevochten: Amiens werd op 31 augustus heroverd, Arras en Douai op 1 september, Lens op 2 september, Lille op 3 september en Bethune, als laatste, op 4 september.
De Britse troepen kozen ervoor om het stedelijk gebied van Lille te omzeilen. Daar vocht het Frans binnenlands leger (het FFI) tegen de overgebleven bezetters. Ze stoomden door tot Brussel, dat ze op dezelfde dag bevrijdden als Lille. In slechts vijf dagen wisten de Britten zo het mijngebied en de steden Amiens, Arras, Bethune, Lens en Lille te bevrijden.