4 september 1944 / 4 september 1944
België
Deel
Een grote rol voor twee kleine bruggen
In Willebroek lag in 1944 een pontonbrug over het Zeekanaal Brussel-Schelde, in Klein-Willebroek een brug over de Rupel. Beide bruggen zijn ondertussen verdwenen maar speelde een belangrijke rol tijdens de bevrijding.
Een Belg leidt de weg
Het is 4 september 1944, in de vroege ochtend. De geallieerden konden elk moment aankomen. Robert Vekemans, een Belgische burger, volgde het nieuws over de bevrijding. Hij vermoedde dat de geallieerden via de autoweg Brussel-Antwerpen zullen oprukken. Net voor Boom zullen ze stuiten op twee bewaakte bruggen van die autoweg, over het kanaal Brussel-Rupel en over de Rupel zelf. De Duitsers stonden klaar om die te doen springen.
Daarom stond Vekemans de geallieerden op te wachten aan het Fort van Breendonk. Hij wees op het gevaar van de Boomse bruggen en stelde een alternatief voor. Vekemans leidde drie geallieerde tanks door Willebroek. De bevolking was uitzinnig maar tijd om de honneurs te ontvangen, was er niet. Ze waren in Willebroek om het kanaal over te steken via de onbewaakte pontonbrug.
Winnaarsgeluk
Van daar ging het naar de Rupelbrug in Klein-Willebroek. De geallieerden hadden daar een portie ‘winnaarsgeluk’. De brug was ondermijnd maar de explosieven deden het niet en de bewakers waren verdwenen.
Nadat de geallieerden de brug over de Rupel in Klein-Willebroek waren overgestoken, trokken ze naar Boom waar ze de Duitsers verrasten. Willebroek, Klein-Willebroek en Boom waren in een oogwenk bevrijd, de weg naar Antwerpen lag open.