Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog in 1939 diende Shalwa Loladze in het Rode Leger. Als commandant van een Sovjet squadron werd zijn vliegtuig in 1942 boven Oekraïne neergehaald en werd hij gevangengenomen door het Duitse leger. Om te ontkomen aan de erbarmelijke omstandigheden in de Duitse krijgsgevangenenkampen besloot hij zich aan te sluiten bij het Georgisch Legioen dat het Duitse leger diende. Hier werd hij luitenant van het Georgische 882e Infanteriebataljon. Vanwege verschillende opstanden van Georgische troepen in Oost-Europa werd door het Duitse leger besloten om de troepen voortaan in het Westen te stationeren. Het bataljon van Loladze kwam hierdoor op 6 februari 1945 op Texel terecht. 2 maanden later kreeg het bataljon te horen dat ze op het Nederlandse vasteland tegen de geallieerden zouden gaan vechten. Een opstand was volgens het bataljon de enige kans om dit te voorkomen. Onder leiding van Loladze begon deze op 6 april om 01:00 en in de vroege ochtend waren al 180 Duitse militairen gedood. Het tij zou echter snel keren nadat Duitse versterking op het eiland arriveerde. Vijf weken later gaf het bataljon zich over. In de opstand kwamen 565 Georgiërs, 120 Texelaars en ongeveer 800 Duitsers om het leven. Shalwa Loladze viel hier ook onder. Hij werd op 25 april in de rug geschoten. Een groot deel van de Georgiërs ligt begraven op de Georgische begraafplaats op Texel. Na de oorlog keerden de 228 overlevende Georgiërs terug naar hun vaderland.