Biografie

Noor Inayat Khan

Frankrijk

Deel

Als Indiase geheimagent was Noor Inayat Khan tijdens de Tweede Wereldoorlog actief voor de Britse geheime dienst de Special Operations Executive (SOE). Ze was de eerste vrouwelijke radiotelegrafist die uitgezonden werd naar Frankrijk waar ze werkte voor het Frans verzet.

Noor Inayat Khan werd geboren op nieuwjaarsdag 1914 in Moskou. Haar moeder was Amerikaanse en haar vader Indiër en afstammeling van de sultan van Mysore in India. Na het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog in 1914 verhuisde het gezin naar Londen en later in 1920 naar Frankrijk. Hier richtte Inayat Khan zich op muziek en het schrijven van kinderverhalen. Na de capitulatie van Frankrijk in 1940 vluchtte de familie opnieuw naar Londen, waar Inayat Khan zich in november aansloot bij de Women’s Auxiliary Air Force, het Britse Vrouwen Hulpkorps van de Luchtmacht. Hier volgde ze een opleiding tot radiotelegrafist. Door spionnen van de Special Operations Executive (SOE) werd ze eind 1942 gerekruteerd en ondanks haar gebrek aan ervaring werd ze op 17 juni 1943 gedropt in Frankrijk. Dit had te maken met een tekort aan spionnen en het feit dat ze de Franse taal goed beheerste. In Frankrijk werd Inayat Khan radiotelegrafist voor het Physician-netwerk van de SOE in Parijs. Het doel van dit netwerk was om het Franse verzet tegen de Duitse bezetter aan te moedigen en te steunen. Inayat Khan onderhield het contact tussen het verzet en de SOE in Londen. Veel leden werden echter al snel gearresteerd vanwege infiltratie door de Sicherheitsdienst (inlichtingendienst van Nazi-Duitsland). Desondanks probeerde Inayat Khan de hele zomer lang contact te houden met Londen. In oktober werd ze verraden door een Franse vrouw en daarna gearresteerd door de Gestapo, de Duitse geheime staatspolitie.. De Sicherheitsdienst wist de gecodeerde aantekeningen van Inayat Khan te ontcijferen waardoor ze erin slaagde om verdere arrestaties te verrichten. Inayat Khan werd tien maanden opgesloten in de gevangenis van Pforzheim in Duitsland, waarna ze werd overgeplaatst naar concentratiekamp Dachau. Twee dagen lang werd ze zwaar gemarteld, waarna ze op 13 september 1944 samen met drie andere SOE-spionnen werd geëxecuteerd.