De Organisation Todt spoorweg in Jersey werd op 15 juli 1942 met veel pracht en praal ingehuldigd. Het evenement, met zijn plechtige toespraken en het doorknippen van een symbolisch lint om een versierde locomotief door te laten rijden, werd beschouwd als 'een van de grootste grappen van de bezetting' (Leslie Sinel 'Occupation Diary'), gezien het feit dat de eigen spoorwegen van Jersey slechts zes jaar eerder waren gesloten. 

De Duitse meterspoorlijn liep naar het noorden van Pont Marquet, St Brelade, naar de Ronez Quarry aan de noordkust, in de parochie van St John. Om bouwmaterialen en voorraden van en naar de westkust te vervoeren, liep een gemengde 60 cm- en meterspoorlijn van St. Peter naar St. Ouen's Bay, en ging dan verder naar het noorden naar de steengroeven in L'Etacq en naar het zuiden naar de steengroeve in La Pulente. 

Om La Route de Moulin over te steken in de buurt van de Methodistenkapel Bethesda in St. Ouen, werd een betonnen brug gebouwd met een breedte van 17 voet en een hoogte van 14 voet. Er werd een zanddijk aangelegd om de steile helling te compenseren, maar die is sindsdien verwijderd.

Hoewel de lijn niet regelmatig werd gebruikt, 'was de gehele gemeente van de Bethesda-kapel op een zondag getuige van een stoomlocomotief die over de brug reed en in de vallei [Val de la Mare] verdween.(R Bonsor, 'The Jersey Eastern Railway and the German Occupation Lines').

De smalspoorlijn die over de brug liep was in september 1943 verlaten, toen het fortificatieprogramma begon af te lopen.