Nederland
Markeren
Deel
Route
Op Paul Krugerstraat 23 stond de bakkerij van de familie Crum. Tijdens de slag lag de bakkerij midden in de strijd tussen de Britse en Duitse troepen. De familie Crum en andere dorpsgenoten schuilden in de kelder.
De bakkerij van de familie Crum bevond zich in het noordelijke deel van de perimeter. De bakkerij had een grote en stevige kelder en bood tijdens de gevechten onderdak aan de familie Crum en enkele andere dorpsgenoten. In totaal schuilden veertien burgers in de kelder waaronder Ria Crum die op dat moment elf maanden oud was.
Op 23 september vonden er hevige gevechten plaats vlak voor de bakkerij. Aan de overkant van de Mariaweg raakte de Britse soldaat William Hurst van het 156th Battalion gewond. Zijn rug en billen zaten vol scherven van een Duitse granaat. Op de één of andere manier wist hij zwaargewond de Mariaweg over te steken en de kelder van de bakkerij te bereiken. Hier werd hij opgevangen en verzorgd. Niet veel later werd Hurst opgehaald door twee gewondendragers en naar het noodhospitaal in Hotel de Tafelberg gebracht. De gevechten rondom de bakkerij gingen door en uiteindelijk vatte het gebouw vlam. Iedereen moest de schuilkelder verlaten.
Toen de strijd voorbij was, is Hurst naar het St. Elisabeths Gasthuis in Arnhem gebracht. Na de oorlog heeft William Hurst zijn baret aan de familie Crum geschonken als dank voor hun hulp.