De Amerikaanse 30ste Infanteriedivisie naar het zuiden had Duitse troepen achtervolgd tot Evreux. Een klein aantal gevechtsteams rukte snel noordwaarts op naar de stad Louviers om vluchtroutes voor de Duitse troepen af te snijden.

Op 25 augustus 1944 ging het Amerikaanse gevechtsteam de stad Louviers binnen om vast te stellen dat er geen Duitse troepen aanwezig waren en dat de stad leeg was.

Ondertussen rukte om 07.00 uur het Canadese 10de Bataljon van de Highland Light Infantry op naar Louviers. Tegen 08.00 uur werd contact gelegd met de burgemeester van het stadhuis en het hoofd van de plaatselijke verzetsbewegingen. Eén van de belangrijkste discussies was het regelen van onderdak voor de mannen, omdat de stad nog steeds bevolkt was met burgers.

Vanuit het westen rukte de Canadese infanterie van het Canadese bataljon Argyll & Sutherland Highlanders (A&SH) op naar de hoger gelegen gebieden en sloot rond 13.00 uur aan bij de Amerikaanse troepen in Louviers.

A&SH wilde al snel vanuit de stad oprukken, de rivier de Seine was nu binnen bereik en er moesten oversteekplaatsen worden gemaakt. Luitenant Johnson kreeg de opdracht een verkenningspatrouille naar het dorp Pont de L'Arche te leiden. Inlichtingen gaven aan dat de dichte bossen ten zuiden van Pont de L'Arche, die tussen A&SH en het dorp lagen, in handen waren van Duitse troepen.

Johnsons patrouille rukte echter op en ontdekte dat het bos vrij was van vijandelijke troepen, terwijl het dorp ook vrij was. Om 23.00 uur meldde Johnson dat het dorp in Canadese handen was, zodat de volgende dag meer mannen naar de Seine konden trekken.

De Amerikaanse troepen in het gebied droegen de controle over aan de Canadese troepen en trokken zich terug naar het zuiden.