Verhaal

De kust van het Kanaal vrijmaken

Frankrijk

Markeren

Deel

Route

Na het oversteken van de rivier de Seine op 26 augustus 1944, rukten de Canadese troepen op naar het noordoosten als onderdeel van een breed geallieerd front. Duitse troepen hadden zich teruggetrokken uit Normandië en werden in snel tempo oostwaarts achtervolgd. Duitse troepen aan de Franse en Belgische kust verdedigden echter havengebieden om het gebruik ervan door de Geallieerden te verhinderen.

Terugtrekkende Duitse troepen op weg naar het oosten en terug naar Duitsland waren in wanorde. Op 4 september 1944 had Hitler bevolen dat havengebieden 'Festung' (forten) moesten worden. Ze begrepen het strategische voordeel van het controleren van havens voor bevoorrading en het ontzeggen van het gebruik ervan aan de Geallieerden om logistieke uitdagingen te veroorzaken.

De Duitse eenheden die de opdracht kregen om deze 'Festung' op te richten, hadden uiteenlopende capaciteiten. Velen waren laag opgeleid en voerden statische verdedigingstaken uit. Hieronder bevond zich ook Kreigsmarine (Duits marinepersoneel) dat in het gebied gestationeerd was.

Begin september waren de Canadese Divisies de Seine rond Elbuf overgestoken en naar het noordwesten opgerukt. Ze kregen de opdracht om de resterende Duitse troepen op te ruimen en specifiek om havens te veroveren. Belangrijke havens waren Dieppe, Boulogne, Calais en Duinkerke.

Voorafgaand hieraan had het Britse 1e Korps op 17 augustus Operatie Paddle ondernomen. Het korps was direct verbonden aan de Canadese troepen. Het Canadese 1e Parachutistenbataljon van de Britse 6e Luchtlandingsdivisie maakte hier deel van uit. De operatie was succesvol en bevrijdde het kustgebied van Duitse troepen tot aan de westelijke oevers van de Seine. Er waren daar echter geen grote diepwaterhavens.

Eenmaal over de Seine bevrijdden de oprukkende Canadese troepen Dieppe op 1 september. Op 14 september bevrijdden de Britse troepen Le Havre, waarmee de regio Normandië volledig bevrijd was. Boulogne werd op 22 september bevrijd en Calais op 30 september. Op 8 september was Duinkerke omsingeld en begon een beleg, waardoor de stad de laatste dagen van de oorlog vertraagd werd.

Canadese troepen drongen België binnen en bevrijdden Oostende op 9 september, terwijl Britse troepen Antwerpen bereikten op 6 september en een diepwaterhaven intact veroverden. De haven was echter niet onmiddellijk bruikbaar omdat de Duitse strijdkrachten nog steeds de noordelijke oevers van de Schelde controleerden en de haven zwaar bemijnd was.

Bij de gevechten om de kust van het Kanaal te veroveren vielen ongeveer 15.000 geallieerde slachtoffers. De verovering van enkele van deze havens stelde de Geallieerden in staat om voorraden dichter bij de frontlinie te brengen terwijl ze oprukten naar het oosten en Duitsland. De Duitse verliezen bedroegen ongeveer 84.000, waarvan er ongeveer 70.000 krijgsgevangen werden gemaakt.

Het monument hier bij de rivier de Seine herinnert aan de vrijheid die volgde op de bevrijding. De inscriptie luidt: 'Jamais La France n'a dû autant a si peu d'hommes',(Frankrijk heeft nog nooit zoveel te danken gehad aan zo weinig mensen).

Adres

​Prom de la France Libre​