Nederland
Markeren
Deel
Route
Wagenborgen lag in de voorste rand van de Duitse verdediging van de stad Delfzijl. Om de 'Delfzijl Pocket' werd hard gevochten. Eén van de gesneuvelden was Jan Dobras.
Duitse troepen hadden het dorp Wagenborgen als verdediging ingericht om Delfzijl zo lang mogelijk te beschermen tegen de oprukkende Polen en Canadezen. De verdediging van Wagenborgen bestond uit een mengelmoes van Duitse parachutisten, Wehrmacht, SS, Luftwaffe personeel en verse Kriegsmarine bataljons uit Emden.
De verdediging van de ‘Delfzijl Pocket’, was duidelijk in het voordeel van de Duitse troepen. Het merendeel van het terrein was vlak polderland. In boerderijen en loopgraven in en rond Wagenborgen waren MG 42 machinegeweren opgesteld. Die werden gezien als het meest dodelijke wapen (1200 schoten per minuut!).
De bezetters verboden de burgers om Wagenborgen te verlaten. Dit om de Duitse posities geheim te houden voor de Canadezen. Omdat de Duitse troepen erg gespannen waren en constant dachten dat ze beschoten werden door ‘partizanen en terroristen’ gebeurden er nog wel eens ongelukken. In de nacht van dinsdag 17 april heerste er verwarring bij een Duitse patrouille. Verschillende schoten volgden, er werd zelfs een MG 42 ingezet. Waarschijnlijk was een koe of hond voor de vijand aangezien. Door de gespannen houding was het voor de burgers zaak om de uiterste voorzichtigheid in acht te nemen om geen argwaan op te wekken.
Het 'Monument 1940-1945' in Wagenborgen is opgericht ter nagedachtenis aan 27 Canadese militairen en dertien medeburgers die door oorlogshandelingen zijn omgekomen.
Portret van een bevrijder
Jan Dobras werd geboren op 18 december 1905 in het Poolse dorpje Reduczyce. Een eenvoudig dorp waar vele boeren leefden en de armoede groot was. Jan groeide op met twee zussen en een broer. Na school ging hij aan de slag op het landbouwbedrijfje van zijn vader.
Na de dood van zijn vrouw trok hij naar Frankrijk waar hij schilder werd. Hij had weinig contact met zijn familie. Hij was geen regelmatige schrijver, maar de familie in Polen wist dat het leven voor Jan in Frankrijk goed was.
Nadat Duitsland Polen was binnengevallen en Frankrijk betrokken werd in de oorlog, sloot Jan zich aan bij het Poolse leger. Hij werd ingedeeld bij het infanteriebataljon Strzelcow Podhalankisch, gelegerd in de buurt van Bretagne.
Dobras werd in april 1940 samen met zijn eenheid ingescheept en voer naar Noorwegen. Tussen 10 en 15 april 1940 werd er gevochten in Narvik om de route richting Engeland, de Lofoten en Moermansk open te houden. Het was een ongelijke strijd: 79 Polen sneuvelden in een tevergeefse poging de stad Narvik te verdedigen.
De Polen keerden op 4 mei 1940 terug naar Frankrijk, maar moesten na een strijd het land verlaten. Bijna alle Poolse militairen werden gestationeerd in Schotland. Vele jaren bereidden ze zich voor om ingezet te worden. Na de invasie trokken de Poolse troepen via Normandië̈ door Frankrijk. In augustus 1944 streden ze hard in de omgeving van Falaise, waar op de berg Ormel ongeveer tweeduizend Polen omkwamen.
Via België̈ en Zeeuws-Vlaanderen arriveerde zijn eenheid in Breda. Begin april 1945 volgde de opdracht om naar Coevorden te gaan voor de verdere opmars richting Duitsland. Samen met Alftred Czesny, uit dezelfde geboortestreek, genoot Jan van de omgeving die i een beetje op thuis leek.
Tijdens de verkenning van Wagenborgen kwamen de Poolse militairen op 15 april 1945 onder zwaar vuur te liggen. Tijdens een recuperatie in ’t Waar werden Dobras en Częsny geraakt door scherven. Jan Dobras overleed onmiddellijk achter het voertuig waar hij bezig was met onderhoud. Częsny overleed twee dagen later aan zijn verwondingen.