Nederland
Markeren
Deel
Route
Een indrukwekkend monument herinnert aan een van de meest wrange oorlogsgebeurtenissen in Zuidlaren en wijde omgeving. Het is niet voor niks de helletocht genoemd.
Het is een ware volksverhuizing zo aan het eind van de oorlog: Dennenoord moest een oorlogsziekenhuis worden, zo hadden de bezetters bedacht. Er moest dus ruimte worden gemaakt. Op 12 maart gelaste de Duitse autoriteit de algehele ontruiming van het stichtingsterrein. Meer dan 500 patiënten werden ondergebracht in Assen, Wagenborgen, bij verpleegkundigen thuis en enkele panden in Zuidlaren. Voor 528 patiënten was het lastig een geschikte plek te vinden. Dat werden uiteindelijk diverse plekken in Franeker: ongeschikt en zonder voorbereiding werd die keuze een martelgang.
Al tijdens de reis naar het Friese stadje overleed de eerste patiënt. Daar zou het niet bij blijven. Tijdens hun verblijf daar stierven nog eens 55 patiënten. In een tijdvak van vier maanden - van het vertrek op 27 maart 1945 tot de terugkeer op 26 juli 1945, is meer dan tien procent van de patiënten gestorven.
De voortekenen voorspelden al weinig goeds. De terugtrekking van de bezetter verliep tijdens de laatste oorlogsmaanden chaotisch. Het was een tijd van toenemende tekorten op allerlei vlak.
Ooggetuigen beschreven het begin van de helse tocht als mensonterend: ‘het is een lange stoet van op wipkarren vastgebonden, lopende en sloffende mensen; het transport naar het station in Vries neemt zes uur in beslag en biedt een deerniswekkende aanblik’.
Vandaar ging het in smerige treinwagons met kapotte ramen richting Franeker. Het duurt twee volle dagen. In Franeker werden de patiënten ondergebracht in scholen en een gestichtsgebouw. De meegekomen verpleegsters en enkele dokters hielpen zo goed mogelijk. Maar de middelen waren minimaal. De patiënten sliepen op stro in lokalen, de zieken konden niet apart worden verpleegd, schoonmaakmiddelen waren er nauwelijks. De kleding werd in de vijver of sloot gewassen. Eetgerei ontbrak.
Op 15 april, minder dan een maand na aankomst in Franeker, werd deze stad bevrijd. Een groot feest, maar het duurde nog geruime tijd voor de leefomstandigheden verbeterden. Kortom, na de bevrijding overleden er nog steeds veel patiënten. Het hoge aantal slachtoffers wordt verklaard door de barre omstandigheden. De mensen kregen dysenterie, tbc, longontsteking, terwijl het slecht gesteld was met de voedingstoestand en hygiëne.
Op 26 juli keerden de patiënten en medewerkers op Dennenoord terug in een rommelige situatie. De instelling was op dat moment niet toegerust om de patiënten op te vangen. Na de oorlog raakte dit drama in de vergetelheid. Met ‘de blik vooruit’ werd de energie gericht op de toekomst.