Nederland
Markeren
Deel
Route
Verhaal van Joodse Meppelers, die als een van de weinigen overleefden. Zoals het verhaal van Jacob en Johanna van Esso.
Veel stadsgenoten zag Jacob van Esso, voor en na de oorlog eigenaar van een zakkenhandel, dagelijks door de Hoofdstraat lopen. Hij zag ze wel, maar hem zagen ze niet en dat was maar goed ook. Jacob en zijn vrouw waren ruim een jaar ondergedoken boven de zaak van loodgieter Hulsbergen (Hoofdstraat 39, nu Zeeman).
De families Hulsbergen en van Esso kenden elkaar al lang, zakelijk en vriendschappelijk. Dat is vermoedelijk de reden geweest van deze niet ongevaarlijke schuilplek. Latere schoondochter en toenmalige vriendin van de zoon van Hulsbergen herinnert zich: “Ik was gelijk mijn logeerslaapkamer kwijt, want daar moesten zij wonen”.
Jacob begon een dagboek en observeerde zo goed mogelijk zijn kleine omgeving buiten, zo valt daarin te lezen. Johanna hielp in de huishouding en speelde veelvuldig patience. En ze luisterden met elkaar veelvuldig naar de radio, die goed verstopt was, maar prima de BBC kon ontvangen. Er was een vernuftige verstopplek gebouwd, die een keer gebruikt is bij een huiszoeking. Angstige momenten, maar niets werd ontdekt door de Meppeler collaborateurs.
Na een jaar vertrokken de van Esso’s met behulp van de illegaliteit (LO) naar een ander onderduikadres. Vermoedelijk omdat een overbuurman Hulsbergen vertelde, dat hij Jacob van Esso boven achter de vitrage had zien staan. Deze man werd niet vertrouwd, dus vertrok de familie naar een ander onderduikadres om na de oorlog weer terug te keren naar Meppel in hun woning aan het Zuideinde.
Auteur: Wim Sagel