De aanvallers stuitten echter al spoedig op een prikkeldraadversperring die uit drie opeenvolgende rijen bestond. Hier stonden ook drie bunkers, van waaruit de Duitsers met geweren en mitrailleurs tegenweer boden. Bij deze confrontatie werd de 21-jarige soldaat John Gerard Spicer dodelijk getroffen. Hij was de laatste gesneuvelde Canadese militair op Nederlandse bodem.

Rond 06.40 uur zagen de voorste troepen van het Irish Regiment een Duitse officier naderen, die ten teken van neutraliteit een witte vlag droeg. Hij stelde zich voor als parlementair en werd naar luitenant-kolonel Payne gebracht. Daar informeerde de Duitser namens zijn garnizoenscommandant naar de capitulatievoorwaarden. Het antwoord was kort en duidelijk: van voorwaarden kon geen sprake zijn, men accepteerde alleen een capitulatie, niet meer, niet minder. Voor de Duitse Korvettenkapitän Wolter moet deze onderhandelingsactie niet meer dan een formaliteit zijn geweest, want de ontwikkelingen voltrokken zich hierna verrassend snel. Al twintig minuten na het vertrek van de parlementair gaf de garnizoenscommandant te kennen dat hij wilde capituleren.

De Canadese majoor Paul La Prairie van het Irish Regiment, die kennelijk als verbindingsofficier optrad, vertelde: “Twee dingen van de Duitse garnizoenscommandant Wolter maakten een grote indruk op mij. Toen ik zijn bunker binnenkwam, verwisselde ik mijn stalen helm voor mijn groene baret met insigne en veren. Hij keek mij aan en zei in het Engels: ‘The Irish Regiment. Ik zei al tegen mijn mannen dat we tegenover goed getrainde militairen stonden.” Met hulp van een tolk verklaarde hij dat zijn garnizoen de strijd beëindigde: hij wilde niet dat er nog meer van zijn mannen zouden sneuvelen. "Bij deze relatief bescheiden opdracht in en bij Delfzijl verloren we 16 officieren, onderofficieren en soldaten. Velen van hen hadden al lange tijd in ons regiment gediend”, aldus de majoor.

Na de bekendmaking van de overgave legden in Farmsum 1.386 Duitsers hun wapens neer, onder wie 39 officieren. De strijd voor de Delfzijl- Pocket was voorbij. Op 4 mei horen de Canadese militairen in Delfzijl de onvoorwaardelijke overgave van de Duitsers in Nederland, Noord-Duitsland, Denemarken, de Waddeneilanden en Helgoland. Dit nieuws werd met veel gejuich ontvangen, voor de speciale gelegenheid werd toestemming gegeven voor een dubbele uitgifte van rum.