Verhaal

Fliegerhorst Leeuwarden

Nederland

Markeren

Deel

Route

Tijdens de oorlog is de Fliegerhorst Leeuwarden een belangrijke uitvalsbasis voor de Luftwaffe, de Duitse luchtmacht. Aan het einde van 1944 wordt er steeds minder gebruik van gemaakt van het militaire vliegveld. Vlak voor de bevrijding wordt het vliegveld geplunderd door inwoners van Leeuwarden.

Ten noorden van de wandelroute is de Vliegbasis Leeuwarden te zien. In de Tweede Wereldoorlog bouwen de Duitsers het vliegveld, dat ze omvormen tot ‘Fliegerhorst Leeuwarden’ uit tot een belangrijke uitvalsbasis.  

Duitse nachtjagers stijgen hiervandaan op om geallieerde bommenwerpers te onderscheppen die op weg zijn naar Duitse doelen. Ze krijgen informatie door van radarstations. Het vliegveld, dat door duizenden Nederlandse arbeiders wordt uitgebouwd tot een enorm complex, ligt tussen Marssum, Leeuwarden, Jelsum en Engelum in.  

Regelmatig is de Fliegerhorst zelf ook doelwit van Geallieerde bombardementen. Op 24 februari 1944 wordt het vliegveld door Amerikanen zwaar gebombardeerd. Er vallen tien doden en de schade is aanzienlijk. Ook nabijgelegen dorpen werden soms per ongeluk getroffen. 

Het is zondag 17 september 1944 als het ouderlijk huis van de vierjarige Doeke Fokkema in Beetgumermolen per ongeluk wordt getroffen door een bom van een Engels vliegtuig. Doeke Fokkema herinnert zich hoe hij midden in de nacht wakker schrikt van een zware klap. Even later ligt hij bedolven onder het puin, alleen zijn hoofd kan hij nog bewegen. “Ik hoorde mijn moeder in de verte roepen, maar ik kon niet antwoorden. Mijn mond zat vol modder”. Zo blijft hij liggen tot een buurman hem vindt. Doeke raakt bewusteloos en wordt naar het ziekenhuis gebracht. 

Vier kinderen uit het gezin Fokkema komen om: de broers Durk, Gerben en Anton en zus Neeltje. Enkele weken later hoort Doeke, de jongste van het gezin, dat ze niet meer leven. “Je kunt nooit meer met ze spelen”, vertellen zijn ouders hem.  

Alleen moeder Fokkema, Doeke en zijn zus Froukje overleven het drama. Doeke is licht gewond aan zijn hoofd, een bomscherf heeft zijn rechterwenkbrauw geschampt. “Iets lager en ik was een oog kwijt geweest”. Ook vader Fokkema is nog in leven. Hij viert dat weekend in Anjum de tachtigste verjaardag van zijn moeder. Een dag later moet hij zijn kinderen identificeren in het ziekenhuis. 

Niet alleen het gezin Fokkema wordt op 17 september 1944 getroffen. Ook drie andere inwoners van Beetgumermolen vinden de dood door de afzwaaiende bommen die op het dorp terechtgekomen zijn. Een week eerder vallen er ook al geallieerde bommen op Beetgumermolen. Daarbij komen vijf dorpsbewoners om het leven, onder wie drie leden uit één gezin.  

In september 1944 krijgt de Fliegerhorst het zo zwaar te verduren dat het vliegveld nauwelijks meer gebruikt kan worden. Op 13 april 1945, twee dagen voor de bevrijding van Leeuwarden, worden de hangaars en startbanen door achtergebleven Duitse militairen opgeblazen. Op filmbeelden, gemaakt door Leeuwarder tandarts Ruurd Rodenburg, is te zien hoe inwoners van Leeuwarden daarna dankbaar gebruikmaken van het vertrek van de Duitsers en alles meenemen wat van nut kan zijn.  

In de richting van Stiens, aan de Mr. P.J. Troelstraweg 236 staan nog steeds de oude onderofficiersverblijven van de Fliegerhorst Leeuwarden, het huidige Burmaniacomplex. Op het vliegveld zijn ook de restanten van de Duitse landingsbaan nog te zien.