Nederland
Markeren
Deel
Route
Op 19 november 1944 schieten leden van de ‘Sipo und SD’ op de Rijksstraatweg, ter hoogte van de afslag naar Menaldum, in koelen bloede drie mannen dood. Het is de represaille voor een twee dagen eerder door het verzet gepleegde daad van sabotage: het strooien van kopspijkertjes op de weg. De bedoeling was om Duitse fietspatrouilles, die jacht maken op onderduikers, te hinderen. De Duitse Sicherheitsdienst, de beruchte SD, treedt keihard op tegen dergelijk verzet. Zonder aanzien des persoons worden mensen uit de gevangenis gehaald en voor het vuurpeloton gezet.
In het najaar van 1944 maken de Geallieerden goede vorderingen. België wordt bevrijd en Nederland komt in beeld bij de legerleiding. Om de opmars te ondersteunen wordt opdracht gegeven tot de vorming van een ondergronds leger, de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS), samengesteld uit de al bestaande losse verzetsgroepen. Opereerden die tot dan toe veelal zelfstandig, nu moeten ze zich schikken in een militaire bevelstructuur, met prins Bernhard als opperbevelhebber aan het hoofd.
Zo ontvangt de NBS-afdeling in Menaldumadeel het per koerierster overgebrachte bevel van de gewestelijke leiding om kopspijkertjes te strooien op de Rijksstraatweg tussen Dronrijp en Marssum. De mannen vinden het eigenlijk helemaal geen goed idee, maar besluiten na de nodige discussie de opdracht toch maar uit te voeren. Misschien wil de leiding van de nieuwe NBS-organisatie de chain of command wel testen. Ze kopen een kilo spijkertjes in Leeuwarden en strooien ze ’s avonds uit, met de bedoeling ze de volgende ochtend weer op te vegen. Die nacht rijdt er inderdaad een fietspatrouille door de spijkertjes.
Net daarvoor, in oktober, heeft de Leeuwarder SD versterking gekregen van het ‘Commando Albrecht’, een twintigtal fanatieke en meedogenloze SS-ers die eerder een waar schrikbewind hebben uitgeoefend in Gent in België, maar daar hebben ze voor de oprukkende geallieerden het veld moeten ruimen. De SD is de organisatie die speciaal is belast met het bestrijden van sabotage. Albrecht c.s. willen meteen ook in Friesland hun visitekaartje afgeven.
Drie mannen uit het Leeuwarder Huis van Bewaring, die met deze actie totaal niets hebben uit te staan, worden de willekeurige slachtoffers. Het zijn Dirk de Vries en Jan Zorn, die gearresteerd zijn omdat ze deelnamen aan de spoorwegstaking en Hans Goudsmit, een opgepakte Joodse onderduiker. De 26-jarige SS-Untersturmführer Theodor Vogt, rechterhand en beulsknecht van commandant Albrecht, heeft de leiding bij de executie. Op zijn bevel moeten de lijken 24 uur onaangeroerd blijven liggen. Als afschrikwekkend voorbeeld.
Waar Albrecht na de oorlog ter dood wordt veroordeeld, komt Vogt, die ook de leiding had bij andere executies, waaronder die bij de brug van Dronrijp op 11 april 1945, er met een gevangenisstraf van slechts tien jaar van af.