Op 20 december 1944 lag het dorp Villeroux in de subsector die was toegewezen aan het 327e Glider Infantry Regiment van de U.S. 101e Airborne Division. Amerikaanse artillerie-eenheden werden ook bij Villeroux opgesteld om te helpen bij het afgeven van verdedigingsvuur rond de langzaam vormende perimeter van Bastogne.

De volgende dag arriveerden Duitse troepen in het gebied om de omsingeling rond Bastogne te sluiten. Ze rukten op door de dorpen Assenois en Sibret, richting Villeroux en vervolgens Senonchamps.

De Duitse 26ste Volksgrenadier Divisie ondervond steeds meer weerstand van de Amerikaanse troepen en de frontlinie begon zich geleidelijk te vormen in en rond het Bois de Fragotte. Het bos en de omgeving bleven het toneel van hevige gevechten in de daaropvolgende dagen.

Het dorp Villeroux werd op 28 december heroverd door de Amerikaanse 9de Pantserdivisie, als onderdeel van het Amerikaanse Derde Leger van lietenant-generaal George Patton om het vijandelijke beleg van Bastogne op te heffen. Pattons Amerikaanse 4th Armored Division had de omsingeling van het Duitse leger al op 26 december doorbroken.

De Duitse troepen waren echter vastbesloten de groeiende Amerikaanse zuidelijke corridor naar Bastogne af te sluiten. Op 30 december via het gebied van de Bois de Fragotte, deden Duitse troepen een tegenaanval. De strijd woedde enkele dagen, maar de Amerikaanse troepen konden uiteindelijk het hele gebied rond de Bois de Fragotte heroveren.

Tijdens de gevechten werden veel gewonde Amerikaanse soldaten overgebracht naar Poisson-Moulin. Een van de geavanceerde eerstehulpposten van de Amerikaanse 11e pantserdivisie was daar ingericht door het 81e medische bataljon.