Op de andere oever vestigen de infanteristen een bruggenhoofd. Door het geweld van de gemotoriseerde bestorming raakt de brug ontwricht. De overgestoken Canadezen komen zwaar onder vuur te liggen. Na het afzetten van de infanterie nemen de drie Kangaroos een verkeerde afslag Bestuurder Carl Atkinston: ‘Mijn commandant gaf de order: “Driver voor zichzelf”, en dook de tank in. Ik reed verder op eigen waarneming, waarbij ik mij oriënteerde door naar boven naar de bovenleidingen van de trolleybussen te kijken. We raasden verder tot het einde van de straat en keerden toen terug. Een van ons drieën werd door een Panzerfaust geraakt, maar de jongens konden eruit komen.’

Deze derde tank was per abuis de Coehoornsingel ingedraaid. Ooggetuige Niek Meyer hierover: “Wij woonden toen op de Coehoornsingel 21, tegenover de Remonstrantse Kerk. Er zaten veel mensen in de kerk die daar naartoe waren gevlucht. De mensen vluchtten toen weer van die kerk naar het Zuiderdiep, want er werd heftig geschoten aan de Ubbo Emmiussingel. Opeens kwam er vanaf het Hereplein een tank de Coehoornsingel binnendraaien. Een angstaanjagend lawaai, die ratelende rupsbanden over de kinderkopjes van de Coehoornsingel. Het glas- en aardewerk in de huizen stond te trillen. De mensen werden doodsbang. ‘Wees maar niet bang,’ zei een van de Duitse soldaten, ‘dat los ik wel op.’ Hij nam een Panzerfaust en ging die tank achterna. Ik heb de aanval niet gezien, maar de gevolgen ervan wel. De tank werd stuurloos en reed pardoes de gevel van boekhandel Cloetingh in. Alles ging in vlammen op.” 

De twee bemanningsleden van de uitgeschakelde Kangaroo, genaamd Phyllis, kunnen zich in naburige woningen in veiligheid brengen en sluipen daarna van huis tot huis door de nog ‘Duitse wijk’ naar de Canadese linie terug. Op enig moment zitten ze in een ruimte waar slechts een deur hen scheidt van een kamer vol Duitse soldaten. Ze vinden dameskleding die hen op een idee brengt. De tanksoldaten trekken de kleren aan en keren veilig bij hun eenheid terug.